Samenwerken loont, in het OJCM en in de samenleving

Ze kon na haar bachelor wereldgodsdiensten in Leiden niet kiezen. Met welke religie zou zij verder gaan? Nu is zij secretaris van OJCM, Overleg Joden, Christenen en Moslims. Misschien maar goed dat zij destijds niet gekozen heeft voor één religie in haar studie? In gesprek met Daniëlle Leder.

Daniëlle Leder, secreataris OJCM

“Samenwerking loont”, dat is de stellige overtuiging van Daniëlle Leder. In haar werk als diaconaal werker in Haarlem had zij lokaal veel samengewerkt met moslims. In haar werk als secretaris van OJCM kan zij het lokale en landelijke combineren. “Als je je samen inzet kun je veel voor elkaar krijgen en bereik je meer mensen”, aldus Daniëlle, “We delen als joden, christenen en moslims de liefde voor God en voor je buren. Basis is goede relaties opbouwen en onderhouden. Religies zitten in hetzelfde schuitje en hebben elkaar nodig. Religie heeft namelijk geen vanzelfsprekende plek meer in de samenleving. Die plek moeten we verwerven en/of behouden. We hebben elkaar gewoon nodig, zeker bij zaken waar de overheid ons als religieuze gemeenschappen op bevraagt. Bijvoorbeeld hoe we gefinancierd worden of hoe we onze jongeren weerbaar kunnen maken tegenover radicale geluiden. Dat zijn zaken die ons allen treffen.”

Veel betrokkenheid bij OJCM

OJCM reageert op onrust. Foto: Pixabay
Foto: Pixabay

“Er is veel vertrouwen binnen het OJCM. Mensen zijn ongelooflijk betrokken, dat is heel bijzonder. Ik merk veel liefde voor het OJCM bij de deelnemers. Het is heel fijn dat er zulke korte lijntjes zijn waardoor we snel kunnen overleggen. Drie religies met heel diverse achterbannen, natuurlijk zijn er dan gevoeligheden. Die leer ik wel kennen in dit werk. Een voorbeeld is Jeruzalem. Iedereen heeft daar eigen beelden, ervaringen en emoties bij. Het OJCM heeft in een sfeer vol vertrouwen heel open gesproken over wat Jeruzalem voor een ieder betekent. Dat was voor mijn tijd, maar we gaan hier zeker mee door en dan bouwen we het wat uit met meer mensen van buiten erbij.”





Kansen: jongeren betrekken bij OJCM

Rondleiding Al Houda moskee in Amsterdam Noord door Abdeslam El Hallaoui

In de 12 jaar van haar bestaan heeft OJCM veel opgebouwd: stevige onderlinge relaties, vertrouwen, contacten met de overheid. Welke kansen ziet Daniëlle voor het OJCM? “Meer betrokkenheid van jongeren”, merkt zij direct op. “Bij het volgende overleg over Jeruzalem willen we specifiek jongeren uitnodigen. Meer jongeren betekent continuïteit én een ander geluid. Jongeren groeien misschien op in een multireligieuze samenleving maar er zijn niet vanzelfsprekend contacten tussen jongeren van verschillende religies. Uit onderzoek[1] blijkt ook dat vaker de vraag naar ‘eigenheid’ speelt bij het vormen van een eigen religieuze identiteit van jongeren. Want wat onderscheidt hen nog van niet-gelovige jongeren in de Nederlandse maatschappij? Dit kan leiden tot een wat meer orthodoxe focus. Bij dit proces is het belangrijk dat zij gestimuleerd worden tot contact en gesprek met andersdenkenden zodat zij elkaar leren begrijpen. Want je hoeft het niet eens te zijn met elkaar, maar elkaar begrijpen voorkomt misverstanden. Het OJCM kan wat dat betreft goed als platform dienen om deze uitwisseling van gedachten te faciliteren tussen joden, christenen en moslims.”

Dienstbaar zijn aan de samenleving

“Het OJCM mag ook meer zichtbaar zijn. Daar ligt ook nog een kans. We hebben de website onlangs vernieuwd en proberen daar regelmatig nieuwsberichten op te plaatsen. We gaan kijken naar sociale media, naast Facebook dat we nu al gebruiken. De contacten met de pers kunnen we verstevigen. We hoeven niet voor iedereen even zichtbaar te zijn, hoor. Geloven in Samenleven, dat vanuit het OJCM is ontstaan, is immers lokaal actief. Het OJCM landelijk. Het is belangrijk dat wij bij de overheid onze stem laten horen, bijvoorbeeld bij zaken waar de scheiding van kerk en staat in het geding is. We kunnen zaken signaleren en aankaarten, voor elkaar opkomen en elkaar steunen. Dat laatste doen we rond POCOB, over financiering vanuit onvrije landen dat zich op moskeeën richt. Wij zeggen: dat gaat niet alleen moskeeën aan, dat gaat ons allen aan. We hebben de Tweede Kamer een brief geschreven waarin we oproepen tot een verduidelijking van alle begrippen die in het rapport POCOB staan. Het is belangrijk dat je je bewust bent van welke associaties en betekenissen de begrippen hebben die je gebruikt. We hebben echt gekeken naar wat de Tweede Kamer kan helpen, hoe we dienstbaar kunnen zijn aan de discussie.”

In gesprek blijven, met elkaar en met de achterban

Header OJCM

Daniëlle: “We houden rekening met al onze achterbannen die heel divers zijn. Niet iedereen kan zich altijd helemaal herkennen in het standpunt van OJCM. Blijf in gesprek met elkaar, zeggen we altijd. Dat is de basis van onze samenwerking en van de steun vanuit alle achterbannen. We moeten ook goed blijven kijken naar welk thema we wel oppakken en welke thema niet. Wat hoort bij OJCM en wat niet? Dat is wel eens een zoektocht. Sommige onderwerpen zijn complex en kosten veel tijd. Maar als iets gedaan is, zoals POCOB, met echt goede aanbevelingen, ja, dat geeft veel voldoening.”

Daniëlle is projectleider binnenlands diaconaat met als taak ‘Ontmoeting met moslims’ binnen de Protestantse Kerk Nederland. Vanuit die functie is zij secretaris van het OJCM. In het OJCM nemen deel: Nederlandse Israëlitisch Kerkgenootschap, Verbond van Progressief Jodendom, Raad van Kerken Nederland en Contactorgaan Moslims en Overheid. Daniëlle studeerde wereldgodsdiensten in Leiden, volgde de Pabo en werkte op een islamitische school in Amsterdam. Vervolgens studeerde zij Humanistiek en werkte zij als diaconaal werker in Haarlem.


[1] (1) Beekers, D. (2020). Commitment, Convergence, Alterity: Muslim-Christian Comparison and the Politics of Distinction in the Netherlands. Social Analysis, 64(1), 118-124.

You may also like...

Reacties zijn gesloten.