De eerste Nationale Iftar was een sfeervolle avond met levendige gesprekken aan de vele tafels met een grote variëteit aan uitgenodigde gasten. Deze Iftar was georganiseerd door het Contactorgaan Moslims en Overheid in samenwerking met de Nederlands-Turkse Ondernemersvereniging HOTIAD.
Ramadan is dit jaar op 26 mei begonnen en wordt op 25 juni afgesloten met een feest. Het is een maand van liefdadigheid, verbroedering, bezinning en zelfreflectie. De eenheid en samenhorigheid van de mensheid staat centraal. Hiermee verenigt Ramadan aan aantal essentiële onderdelen van de islam en haar pilaren. De vastenmaand is in de laatste decennia een steeds bekender fenomeen geworden in onze samenleving waarbij regelmatig het initiatief genomen wordt om mensen met verschillende achtergronden met elkaar in gesprek te laten gaan en elkaar beter te leren kennen. Aan de tafels wisselen mensen met elkaar van gedachten en bundelen hun positieve krachten. Zo bevestigen ze dat er meerdere bindende elementen aanwezig zijn waaruit zij hun motivatie kunnen uitputten om in Nederland een harmonieuze sfeer te creëren.
De Iftar is het moment waarop na zonsondergang het vasten wordt verbroken en er weer gegeten mag worden. Dat is ook een moment om met elkaar in gesprek te gaan over zinvolle onderwerpen. Voor de Nationale Iftar 2017 was gekozen voor het thema armoede.
Op deze Iftar was een grote verscheidenheid van mensen aanwezig: vertegenwoordigers van in Nederland aanwezige religies, politieke partijen, maatschappelijke organisaties, een aantal ambtenaren van ministeries en ambassadeurs of vertegenwoordigers van Afghanistan, Bosnië, Egypte, Indonesië, Irak, Iran, Maleisië, Marokko, Pakistan, Palestina, Saoedi-Arabië en Turkije. In totaal waren er 162 aanwezigen.
De bijeenkomst werd geopend met een toespraak van de voorzitter van het CMO, ir. Rasit Bal. Hij heette iedereen welkom en zei blij verrast te zijn met deze grote opkomst. Ook refereerde hij aan de aanslag in Londen, waarbij met een busje werd ingereden op moskeegangers die na het laatste avondgebed de moskee verlieten met één dode en acht gewonden tot gevolg. De voorzitter van het CMO merkte op dat hierdoor de verkeerde groep mensen getroffen werd: niet de terroristen, of mensen van DAESH, maar juist onschuldige, gelovige moslims.
Hanneke Gelderblom-Lankhout kreeg de gelegenheid om kort iets over het Overleg Joden, Christenen en Moslims te zeggen. Het OJCM richt zich op die fase in de dialoog, waar het onderling kan gaan schuren, op conflicten op het snijvlak van religie en samenleving.
Vervolgens kregen een rabbijn, een dominee en een imam het woord om het thema armoede in te leiden. Rabbijn Katzman van het Opperrabinaat legde uit dat in de Talmoed armoede wordt gezien als een gebrek en dat er geen groter gebrek is dan het gebrek aan verstand, zoals bij die dader van de aanslag in Londen. De bestrijding van die armoede en dat gebrek gebeurt door ‘tsedaka’: rechtvaardigheid en liefdadigheid. Dat houdt in, dat als ik meer heb dan die ander, dat ik het voorrecht heb om dat met die ander te delen. Hoe belangrijk dat voorrecht en de vreugde van dat delen is werd verder toegelicht met een chassidisch verhaal.
Dr. Jan Peter Schouten, voorzitter van de Beraadgroep Interreligieuze Dialoog van de Raad van Kerken in Nederland, citeerde de woorden van Jezus: Gelukkig jullie die arm zijn, want van jullie is het koninkrijk van God. Gelukkig jullie die honger hebben, want je zult verzadigd worden. Daarom hebben christenen ook de opdracht om barmhartig te zijn. En dat hebben moslims en christenen ook gemeenschappelijk: dat God zich laat kennen via de arme.
Imam Remy Soekirman, docent bij het Instituut voor Islamstudies Dar al-‘Ilm en imam van de Javaanse moslimgemeenschap in Nederland, verwees naar de stam Quraish in de Koran, die in Mekka leefde maar geen armoede of beproeving kende. In Mekka was er nooit gebrek aan vlees, of water. Dit werd gezien als een zegen van Allah. Maar dit vroeg ook om een bepaalde houding ten opzichte van deze zegeningen. Daarom ligt de bestrijding van armoede vast in de vijf zuilen van de islam.
Na deze inleidingen vanuit de religies vertelde staatssecretaris Jetta Klijnsma, die namens de regering aanwezig was, dat het belangrijk is om samen aan een mooiere wereld te bouwen. Nog plezieriger is het, zo zei de staatssecretaris, als mensen niet buitengesloten worden omdat ze niet de middelen hebben om mee te doen in de samenleving. Daarom heft het kabinet geld gereserveerd voor kinderen, zodat zij mee kunnen blijven doen, maar ook voor volwassenen. Ten slotte is het in een tijdsgewricht waarin mensen elkaar naar het leven staan, van belang dat de mensen het hoofd koel houden en de harten warm.
Nadat wethouder Karsten Klein de gelegenheid had gekregen om kort het woord te voeren was de voorzitter HOTIAD en mede gastheer, ir. Hikmet Gurcuoglu, de laatste die het woord kreeg.
De dagvoorzitter was prof. dr. Wim Janse.
Het succes van deze bijzondere Iftar werd ondersteund door de locatie: Juliana Plaza, de voormalige Juliana Kerk in Den Haag.
Het CMO is van plan om een traditie ter maken van deze Nationale Iftar.
Misschien een uitnodiging aan de andere religies om op één van hun feesten ook iets dergelijks te gaan organiseren?